Het gevallen kwartje

Mensen weten vaak niet hoe het paniekprogramma werkt. Zelf heb ik er twintig jaar overgedaan voordat bij mij het kwartje viel.

Niemand kon het me uitleggen, de psycholoog niet en de huisarts al helemaal niet. Ik ben zelf op onderzoek gegaan. Ik hoop dat ik jou deze jarenlange zoektocht kan besparen.

Ik ga het je uitleggen: angst en paniekaanvallen beginnen altijd neutraal:

– Je hebt een gedachte zoals ‘ik moet boodschappen doen’

– Je voelt een sensatie in je lichaam zoals een verhoogde hartslag

– Je voelt een emotie zoals angst, verdriet of boosheid

– Je ervaart gevoelens zoals verliefdheid of eenzaamheid

Nu denk je misschien, maar dat is toch heel normaal?

En ja, dat klopt: gedachten, sensaties, emoties en gevoelens zijn de normaalste zaak van de wereld. In dat opzicht denken mensen met angst ook niet anders dan mensen die geen last hebben van angstige gedachtes.

Maar hoe komt het dan ik wel een paniekaanval krijg en iemand zonder angst kennelijk niet?

Het verschil is dat mensen met angst allerlei negatieve gedachtes linken aan een gedachte, sensatie, emotie of gevoel. Je gaat nadenken over allerlei Wat als…vragen zoals: wat als ik ga blozen, wat als ik flauwval, moet overgeven, de controle verlies, tegen een boom aanrij of you name it. Je creëert rampscenario’s in je hoofd.

Valt je iets op?

Rampscenario’s zijn fantasie. Je gaat, al vóórdat de situatie zich voordoet, je druk maken over wat er allemaal zou kunnen gebeuren. Ik was daar ook héél goed in. Als ik ergens kwam, scande ik de hele omgeving. Waar is het dichtstbijzijnde toilet waar ik heen kan als ik niet lekker word? Staat er ergens een prullenbak voor het geval ik plotseling moet overgeven?

Ik ging er alles aan doen om te voorkomen dat mijn rampscenario’s uit zouden komen. Ik had altijd een boterhamzakje bij mij voor het geval ik moest overgeven. In het theater of bioscoop zorgde ik er altijd voor dat ik zo dicht mogelijk bij het gangpad zat. In een restaurant at ik zo weinig mogelijk om er maar zo snel mogelijk vanaf te zijn. Een 3-gangen diner of een gezellige nazit? Niet aan mij besteed. Ik wilde zo snel mogelijk weer naar huis.

dat voelt lekker, dit wil ik wel vaker voelen. Not

Er is niemand die denkt bij zijn eerst paniekaanval: ‘Zó dat voelt lekker, dit wil ik wel vaker voelen’. Het tegenovergestelde gebeurt. Je denkt: ‘Dit wil ik nóóit meer voelen’. Zo begint het verzet tegen emoties en gevoelens. Je wilt die gedachtes, sensaties, emoties en gevoelens helemaal niet. Het móet weg. Onbewust gooi je hierdoor nog meer olie op het vuur van angst en ligt een paniekaanval op de loer.

Daarom kunnen angsten en paniek ook zo lastig zijn om te accepteren. Je doet er alles aan om je goed te voelen. Je bent er constant mee bezig. In de praktijk werkt het echter precies andersom. Iets waar je niet aan wilt denken, blijft de hele tijd in je hoofd spoken. Denk maar aan de roze olifant. Iets waar je wél aan wilt denken, verdwijnt vanzelf weer uit je gedachte.

En weet je wat het meest grappige is: je verzet je tegen een fantasie die je zelf hebt verzonnen. Oeps.

Johan van angstisok.nl inspireerde mij met onderstaande cirkel.

Begint er al iets te dagen?

Hoe meer je aan het nadenken bent over je gedachtes, sensaties, emoties en gevoelens, hoe meer je in het paniekprogramma vast komt te zitten. Zie het als drijfzand. Hoe meer je je begint te verzetten, hoe dieper je wegzakt, hoe vaster je komt te zitten. Niet fijn.

Een paniekaanval is 100% angst én 100% verzet tegen die angst.

Dit betekent ook: géén verzet is géén paniek. Laat dat even bezinken.

Oefening:

Herken je de vicieuze cirkel bij jezelf? Heb je wat als…gedachtes? Denk je na over rampscenario’s? Geef je hier negatieve aandacht aan en raak je dan in verzet? Schrijf het op voor jezelf of eventueel (anoniem) onder dit blog en kijk of je (denk)patronen herkent.

In een volgende blog ga ik hier verder op in.

Tot de volgende.

Liefs,

Lisette